C-Archief 2011-2015

8 bookmarks
Custom sorting
Schuylenburcht aan het water
Schuylenburcht aan het water
Aan de rand van het historische centrum van Oudewater heeft Van Hoogevest Architecten de woongemeenschap Schuylenburcht gerealiseerd. Het project omvat een woongemeenschap met 69 sociale huurappart…
·architectuur.nl·
Schuylenburcht aan het water
Slawomir Mrozek
Slawomir Mrozek

Het einde 26 juni 1930 – 15 augustus 2013 Slawomir Mrozek

Zijn eerste satirische verhalen en toneelstukken werden door de censuur verkeerd begrepen. Of misschien hadden Poolse bureaucraten in de jaren vijftig meer gevoel voor humor dan hij verwachtte. Hoe het ook zij: hij werd een veel gelezen en vaak gespeelde schrijver.

Loek Zonneveld

28 augustus 2013 – verschenen in nr. 35

De hoofdcommissaris van de politie is op bezoek bij de vrouw van een van zijn ondergeschikten. Die heeft een snipperdag maar hij is toch naar zijn werk gegaan: ook in zijn vrije tijd provoceert deze overijverige sergeant de tegenstanders van het regime. Er ontspint zich de volgende dialoog.

Hoofdcommissaris: Hoe heeft u uw man eigenlijk leren kennen?

Vrouw: Hij had mij aangegeven en ik hem. Zo kennen we elkaar.

Hoofdcommissaris: Heeft u kinderen?

Vrouw: Twee! Maar die zitten nu opgesloten. Zal ik ze eruit laten?

Hoofdcommissaris: Nee, ik kom alleen langs om uw man te spreken.

Vrouw: Misschien is hij er al. Hij luistert eerst altijd nog wat mensen af in het trappenhuis. Ik kijk even.

De scène komt uit De politie (1958), een komedie waarin het overheidsapparaat zo’n succes heeft met staatspropaganda dat de laatste provocateur zijn verzet heeft opgegeven en politieagenten wegens gebrek aan werk elkaar beginnen te arresteren. Het was het eerste toneelstuk van de Pool Slawomir Mrozek en het had direct overal in Europa succes. Mede daarom namen de ambtenaren van de Poolse censuur aan dat het stuk zich ook en vooral tegen het kapitalisme keerde. Het regime sloot Mrozek derhalve als een grote zoon van de Poolse literatuur in de armen (volgens een enkeling als waardig opvolger van Witkiewicz en Gombrowicz), zijn stukken werden overal in Polen gespeeld, men stond hem ruimhartig het privilege van reizen naar het Westen toe.

Toen hij in 1963 van een van die reizen niet naar Polen terugkeerde, en vijf jaar later een petitie in Le Monde ondertekende tegen de rol van Polen in de onderdrukking van de Praagse Lente, was de liefde rap bekoeld. Mrozeks stukken werden niet meer opgevoerd, zijn boeken uit bibliotheken en boekhandels verwijderd, maatregelen die in de jaren zeventig overigens weer werden teruggedraaid. Hij werkte van 1968 tot de val van het communisme in 1989 voortaan in Parijs.

Slawomir Mrozek is in 1930 geboren in Borzecin bij Krakau, hij studeerde daar een blauwe maandag oosterse talen, kunstgeschiedenis en architectuur en werkte daarna als journalist en karikatuurtekenaar voor de kranten Echo Krakova en Dziennik (Dagblad) Polski. Hij publiceerde een bundel korte verhalen die tot op de dag van vandaag wereldwijd wordt herdrukt, De olifant, naar het titelverhaal, waarin een dierentuindirecteur voorstelt uit kostenbesparende overwegingen geen echte maar een opblaasbare olifant aan te schaffen, met alle rampzalige gevolgen van dien. In deze bundel en in zijn korte toneelteksten uit die tijd, wordt, aldus zijn landgenoot Czeslaw Milosz, ‘het nieuwe Polen geschetst, met zijn buitensporige bureaucratie, waarin spitsvondigheid en bekrompenheid met elkaar wedijveren. Mrozek toont in dat eerste werk een groot talent voor surrealistische misvormingen en griezelig treffende mensenportretten.’

Op zijn werk werd al snel het etiket ‘absurdisme’ geplakt, een ellendig stigma dat hem maar bleef achtervolgen en waarover hij in een vraaggesprek in De Groene (november 1994) zei: ‘In het Westen, vooral in Frankrijk, was het absurdisme nauw verweven met het existentialisme. Het Poolse absurdisme had daar totaal niets mee te maken. In Polen was het absurdisme een vorm waarin zaken die anders niet door de censuur waren gekomen, naar buiten konden worden gesmokkeld. Pas na 1956, toen er sprake was van liberalisering, werd de censuur enigszins afgezwakt. Er werd toen avant-garde getolereerd onder het motto: laat ze die onzin maar schrijven, zolang wij weten wat ze doen en waar ze zitten. Het publiek kon onze toespelingen op de concrete werkelijkheid moeiteloos ontcijferen.’

In Nederland is zijn populariteit ongekend groot geweest, met name in het toneel van de jaren zestig en zeventig. De studio van de Haagse Comedie begon – ere wie ere toekomt – in 1960 met De politie. Toneelgroep Studio van Kees van Iersel nam in 1966 drie eenakters op het repertoire, waaronder het onnavolgbaar geestige Karel. Waarin een schietgrage opa en zijn kleinzoon bij een oogarts langskomen om te zoeken naar bebrilde intellectuelen die de naam ‘Karel’ dragen, teneinde die standrechtelijk te executeren. De jonge Aart Staartjes speelde de terrorist in de notendop. Meteen het volgende seizoen bracht Studio in de oude Rode Zaal van de Brakke Grond Mrozeks avondvullende stuk Tango. Een moderne klassieker, waarin een zoon tegen de waarden van zijn ouders en grootouders rebelleert. Niet omdat dat nu eenmaal altijd zo gaat, maar omdat die voorvaderen een letterlijk waardeloze vorm van wan-beschaving vertonen. De jongeren eisen de beschaving en de waarden op die de ouderen hebben laten verloederen. Het stuk maakte in 1967 zo’n grote indruk dat het toneelensemble dat indertijd de Stadsschouwburg bespeelde (Nederlandse Comedie) Mrozeks Tango een paar jaar later opnieuw uitbracht. Zo populair is het werk van Slawomir Mrozek hier in de jaren tachtig en negentig en daarna nooit meer geweest. Men viel in Mrozek-festivals en tijdens Mrozek-tekstlezingen toch vaak terug op het repertoire uit zijn gouden jaren.

De maestro zelf was na wereldwijde omzwervingen in 1996 weer naar zijn vaderland teruggekeerd. ‘Gewend aan vrijheid en ooit in de volle kracht van mijn leven, werd ik niet vrolijk van de gedachte dat Polen mijn eindbestemming zou zijn. Nu ik er weer ben, kan ik in het Pools schrijven, spreken en denken. Ik ben nu voor de eerste keer oud. En ik wil de ervaringen die daarbij horen in mijn vertrouwde omgeving verzamelen.’ Vanwege revalidatie na een hersenbloeding leefde Mrozek al weer enige tijd in Nice. Daar is hij op 15 augustus op 83-jarige leeftijd gestorven.

·groene.nl·
Slawomir Mrozek
Wie was Krijn Strijd?
Wie was Krijn Strijd?
Hij was volop betrokken bij de vereniging Kerk en Vrede. Krijn Strijd spande zich gedurende zijn hele leven in voor wat hij geweldloze weerbaarheid noemde. Om die reden verzette hij zich tegen de NATO-politiek die in zijn ogen de vrede niet dient maar de oorlog(sdreiging) aanwakkert.
·protestantsekerk.nl·
Wie was Krijn Strijd?
Charles Taylor wilde vrede in Sierra Leone, pleit onschuldig
Charles Taylor wilde vrede in Sierra Leone, pleit onschuldig
De voormalige president van het West-Afrikaanse Liberia, Charles Taylor, heeft woensdag zijn onschuld betuigd. Het Speciale Hof voor Sierra Leone (SCSL) heeft hem schuldig bevonden aan medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden in Sierra Leone, een buurland van Liberia.
·tubantia.nl·
Charles Taylor wilde vrede in Sierra Leone, pleit onschuldig
Een behoedzame zeeheld
Een behoedzame zeeheld

Een behoedzame zeeheld Schout-bij-nacht Karel Doorman moest in 1942 een kansloze missie uitvoeren. Zoon Theo reconstrueert het beeld van zijn vader en van de Slag in de Javazee.

Dit artikel is geschreven doorGEORGE MARLETGepubliceerd op 24 februari 2012, 00:00

Bewaren Delen Op het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) kregen adelborsten in 1956 les over alle zeeslagen in de Pacific, maar opvallend genoeg niet over de grootste, de Slag in de Javazee. Voor Theo Doorman, destijds een van de aankomend marineofficieren, is het nog steeds gissen of dat uit piëteit jegens zijn vader was of uit ongemak over de voor Nederland zo dramatisch verlopen zeeslag. "Tijdens de lessen krijgsgeschiedenis werd de slag eenvoudigweg niet behandeld. Misschien bestond er destijds al onenigheid over de gang van zaken. Het discours over de Slag in de Javazee gaat tot de dag van vandaag door."

Theo Doorman (1935) is de jongste zoon van schout-bij-nacht Karel Doorman. Deze commandant van de geallieerde Combined Striking Force (zie kader) moest het begin 1942 opnemen tegen de Japanse invasievloot die op weg was naar Java, het belangrijkste eiland van Nederlands-Indië. Op 27 februari brachten Japanse torpedo's het vlaggeschip Hr. Ms. De Ruyter tot zinken, met aan boord de 52-jarige eskadercommandant.

Zoon Theo keerde na de Tweede Wereldoorlog naar Nederland terug. Hij zag wervingsposters van de marine hangen met een tekening van zijn vader en de tekst 'Ik val aan... volgt mij' - volgens de marine het sein 'waarmee schout-bij-nacht Doorman de Japansche vloot tegemoet ging in 1942'. De werkelijkheid is minder romantisch. "Mijn vader heeft aan alle schepen van het eskader het sein 'Follow me' gegeven om de formatie te herstellen. De Britse kruiser Exeter was getroffen en moest uit de lijn wegdraaien. Dat leidde tot verwarring bij andere schepen, die de Exeter wilden volgen. Hr. Ms. De Ruyter dreigde in haar eentje naar de Jappen te moeten varen. Daarom heeft mijn vader dat sein gegeven, maar later is het veranderd en voor propagandadoeleinden gebruikt."

Theo Doorman was zes jaar toen zijn vader om het leven kwam. Hij is zijn eigen weg gegaan, maar ook 'altijd wel bezig geweest met die tijd en het opbouwen van een beeld van mijn vader'. Doormans royale werkkamer is gevuld met maritieme boeken, schilderijen en voorwerpen die herinneren aan zijn vader en aan zijn eigen band met het water. Na vijftien jaar als officier bij de Koninklijke marine stapte Doorman over naar het bedrijfsleven. Ter compensatie is hij intensief gaan zeilen. "De link met de zee komt van mijn vader, maar ook van mijn stiefvader Johannes Woltjer, die scheepsbouwer was."

Doorman heeft diepgaande studie gedaan naar de Slag in de Javazee en kan maar één conclusie trekken: de opdracht die zijn vader kreeg, was een kansloze missie. De opperbevelhebber van de strijdkrachten in Nederlands-Indië, vice-admiraal Helfrich, liet schout-bij-nacht Doorman weten dat hij 'de aanvallen moet voortzetten tot de vijand vernietigd is'. Dat was feitelijk het doodvonnis van het eskader. De Japanse aanvalsvloot kon over luchtsteun beschikken, had kanons met een groter bereik en trefzekere lange-afstandstorpedo's. Die torpedo's zouden uiteindelijk ook de doorslag geven, ten koste van zo'n 1900 mensenlevens.

"Mijn vader dacht er anders over dan admiraal Helfrich. Hij had waarschijnlijk het eskader willen terugtrekken omdat hij wist dat de Japanse marine superieur was. Helfrich en minister van oorlog Fürstner hadden al hun kaarten gezet op de artillerie van de grote schepen; die was heilig verklaard. Maar de slag is beslist door torpedo's. Dat is de tragiek van het geheel."

De visie van Doorman krijgt bijval. Universitair hoofddocent Niels Woudstra (Nederlandse Defensie-academie) stelt in een artikel over de slag dat de Combined Striking Force meer kans had gehad als (meer) gebruik was gemaakt van bommenwerpers, onderzeeboten, zeemijnen en torpedomotorboten. Volgens Woudstra zijn "niet alle creatieve mogelijkheden uitgebuit om de Japanners toegang tot Java te ontzeggen".

Of de Slag in de Javazee daardoor anders zou zijn afgelopen? Theo Doorman: "Er hebben zoveel factoren een rol gespeeld. Je weet het niet. Het was voor Nederland de eerste zeeslag in 150 jaar, we waren in de Eerste Wereldoorlog neutraal gebleven en Japan was tot de aanval op Pearl Harbor (7 december 1941; red.) een bevriende natie."

Schout-bij-nacht Doorman wist dat hij niet zou terugkeren. Aan zijn schoonouders schreef hij omstreeks 23 februari 1942 een afscheidsbrief. "Wij vechten met den rug tegen den muur, vooral na den val van Singapore, dus de kansen dat ik jullie later in het hiernamaals terugzie zijn oppervlakkig gezien grooter dan op het ondermaansche. Doch met Gods hulp kan alles zich ten goede keren. In ieder geval is het beter om te sterven als een man dan te leven als een slaaf van Hitler en consorten."

Volgens overlevenden heeft Karel Doorman in de nacht van 27 op 28 februari 1942 nog een rondgang gemaakt over het vlaggeschip Hr. Ms. De Ruyter toen het al aan het zinken was. Getrouw aan de marinetraditie bleven de eskadercommandant en de commandant van het schip aan boord, om niet in handen van de vijand te vallen. "De De Ruyter heeft er meer dan anderhalf uur over gedaan om te zinken. Dat is natuurlijk een verschrikkelijke anderhalf uur geweest. Ik hoop dat het voor mijn vader heel snel is gegaan."

De jonge Theo verbleef op dat moment met zijn moeder in een vakantiehuisje in de bergen boven Soerabaja. Daar kreeg hij te horen dat zijn vader niet zou terugkomen. "Ik kan het me nog goed herinneren, dat was behoorlijk heftig." Ze kregen het advies om te vluchten omdat Japanse troepen in aantocht waren. Een Catalina-vliegboot van de Marine Luchtvaartdienst bracht Nederlandse militairen en burgers naar Australië. Aangekomen in Roebuck Bay bij het dorpje Broome, aan de noordwestkust van Australië, beschoten Japanse Zero-jachtvliegtuigen de Catalina en andere vliegboten die in de baai voor anker lagen. Theo moest uit de brandende vliegboot springen en liep een schampschot in zijn heup op. Bij de beschieting kwamen 48 Nederlanders om het leven van wie 32 vrouwen en kinderen.

Theo Doorman hield aan 'Broome' wel veelvuldige nachtmerries over, waarbij hij soms zo snel uit zijn bed probeerde te komen dat hij bloedige verwondingen opliep.

Terugdenkend aan zijn vader is er nog altijd 'de emotie van het verlies', maar ook berusting dat de gebeurtenissen geen keer nemen. Zijn vader was een strenge man. Als Theo per ongeluk met zijn trapauto het middagdutje van zijn vader verstoorde, kon hij op een pak slaag rekenen. Karel Doorman was ook 'een beetje sarcastisch en heel intelligent'. Overlevenden van de Slag in de Javazee spreken nog altijd 'heel lovend' over hun commandant, die 'streng en steil' was, maar ook oog had voor het welzijn van zijn manschappen.

Vlak voor de Slag in de Javazee vroeg hij aan opperbevelhebber Helfrich nog om de uitgeputte bemanningen wat rust te gunnen. "Daar had hij absoluut oog voor. Maar dat is ook deel van zijn behoedzaamheid. Hij wilde niet onnodig slachtoffers maken; is zeker niet doldriest op de Jappen afgestoven."

Karel Doorman wordt in één adem genoemd met zeehelden als Michiel de Ruyter en Maarten Harpertsz. Tromp. "Heel terecht, omdat mijn vader het bevel volgde om de Japanse transportvloot op te sporen en te vernietigen en hij alles heeft geprobeerd om dat te bereiken", meent zoon Theo. "De grootheid van mijn vader is dat hij deze opdracht heeft uitgevoerd, ondanks de wetenschap dat dit het einde zou worden."

70ste herdenking Maandag vindt in de Kloosterkerk in Den Haag de zeventigste herdenking van de Slag in de Javazee plaats, in aanwezigheid van overlevenden en nabestaanden en prins Willem-Alexander, die de koningin vervangt. Tijdens de plechtigheid houdt onder anderen Theo Doorman een toespraak. Zijn 15-jarige kleinzoon Isaac zal een krans leggen bij de scheepsbel van Hr. Ms. De Ruyter. Tot slot wordt het eerste en negende couplet van het Wilhelmus gezongen, dat eindigt met de strofen: 'Dat is, dat ik mag sterven / met eren in dat veld / een eeuwig rijk verwerven / als een getrouwen held'.

Slag in de Javazee De Slag in de Javazee heeft de Japanse invasie van Java slechts één dag kunnen vertragen. Een eskader van Nederlandse, Amerikaanse, Britse en Australische schepen onder commando van schout-bij-nacht Karel Doorman had de opdracht om een Japanse invasievloot tegen te houden. Deze vloot was getalsmatig en qua bewapening sterker dan de geallieerde Combined Striking Force. Op 27 februari 1942 openden om 16.24 uur Japanse schepen het vuur. Een half uur later werd de Britse kruiser Exeter getroffen en kort daarna Hr. Ms. Kortenaer, die na een treffer in tweeën brak en zonk.

Vlaggeschip Hr. Ms. De Ruyter probeerde met andere schepen in de buurt van de Japanse invasievloot te komen. Rond 19.30 uur werd van beide kanten gevuurd. Doorman liet koers zetten naar de kust van Java en om 21.00 uur naar het westen, terwijl Amerikaanse schepen naar Soerabaja voeren. Om 23.32 uur werd de Nederlandse kruiser Hr. Ms. Java getroffen en twee minuten later Hr. Ms. De Ruyter.

In totaal zijn bij de Slag in de Javazee zo'n negentienhonderd mensen om het leven gekomen, onder wie 915 Nederlanders. Zo'n vierduizend geallieerde militairen werden gevangen genomen en moesten de rest van de oorlog in Japanse krijgsgevangenschap doorbrengen.

·trouw.nl·
Een behoedzame zeeheld