C-Archief 2021-2025
Naar hoofdinhoud springenNaar footer springen Logo Abonneren Account
Menu Home Dossiers Magazines Podcast Evenementen
Zoeken Shop Contact Nieuwsbrief Magazine HN Actueel Geschiedenis Festival Home Beatrice de Graaf: Antifa-besluit Tweede Kamer is ‘een knuppel om tegenstanders monddood te maken’ Beatrice de Graaf: Antifa-besluit Tweede Kamer is ‘een knuppel om tegenstanders monddood te maken’ Gepubliceerd op:20 sep 2025 • Update 20 sep 2025 • Auteur:Bas Kromhout & Teun Willemse Demonstratie van antifa ‘Een schok’, zo omschrijft historicus Beatrice de Graaf het besluit van de Tweede Kamer om de Antifa-beweging als terroristische organisatie aan te merken. ‘Het is een historische breuk met alle zorgvuldigheid en visie die de Nederlandse overheid in de afgelopen eeuw heeft toegepast bij het bestrijden van politiek geweld.’
Dit artikel krijgt u van ons cadeau Wilt u ook toegang tot HN Actueel? Hiermee leest u dagelijks geschiedenisverhalen met een actuele aanleiding op onze website en ontvangt u exclusieve nieuwsbrieven. U kunt de eerste maand onbeperkt lezen voor € 1,99. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.
Als De Graaf het nieuws uit Den Haag hoort, is de hoogleraar geschiedenis en terrorisme-onderzoeker juist op de thuisreis vanuit Bonn. Daar heeft ze college gegeven over de Nederlandse aanpak van extreem-links terrorisme in de jaren zestig, zeventig en tachtig. ‘De regering had gezien hoe in Duitsland een keiharde repressie bijna tot een halve burgeroorlog leidde. Dat wilde Nederland niet ook,’ vertelt ze aan de telefoon. ‘De regering zei expliciet: we gaan niet de burgerrechten ondermijnen, want we zijn een open democratie.’
Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
E-mailadres Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox. Hoewel Duitsland het met name door de terreuracties van de Rote Armee Fraktion zwaarder te verduren had, kreeg ook Nederland in die jaren zijn portie aanslagen, treinkapingen en gijzelingen. ‘De regering koos er bewust voor dat geweld niet als terroristisch te bestempelen,’ zegt De Graaf. ‘Ze voerde geen terrorismewetten in, want ze wilde voorkomen dat groepen mensen ten onrechte zouden worden beschuldigd en daardoor radicaliseerden. De regering vond dat het gewone strafrecht voldoende handvatten bood.’
Pas in 2004 heeft Nederland, vanwege de dreiging van Al Qaida, een terrorismewet ingevoerd. ‘Dat moest, omdat het een Europees kaderbesluit was. Maar ook toen heeft Nederland besloten om die wet heel zorgvuldig toe te passen. En dan wordt er nu opeens door de Tweede Kamer gezegd: we gaan een beweging, waarvan we niet weten wie het zijn en wat ze doen, gewoon tot terroristische organisatie bestempelen!’
Aanvallen door nazi’s Want ‘Antifa’ is een vage categorie, zeker in het huidige Nederland. Het begrip verwijst naar de Anti-Faschistische Aktion, een beweging die in 1932 in Duitsland werd opgericht. De Graaf: ‘Die bestond uit communisten en socialisten die zich wilden verweren tegen gewelddadige aanvallen van de nazi’s. Op straat, maar ook zelfs in het parlement, waar nazi’s op een gegeven moment op communistische afgevaardigden insloegen waardoor zij verwondingen opliepen. Toen vonden sommige mensen het tijd om geweld terug te gebruiken. Ze vormden strijdgroepen en kozen als logo een cirkel met twee rode vlaggen, een communistische en een socialistische.’
Dat logo werd in de jaren zestig opnieuw gebruikt door een buitenparlementaire oppositie in Duitsland en de Verenigde Staten, die militante actie wilde ondernemen tegen wat zij zag als een nieuwe extreem-rechtse dreiging. En in onze tijd gebruiken sommige linkse activisten de term Antifa weer. Net als het logo, dat wel een kleine verandering heeft ondergaan: een van de twee vlaggen is nu zwart, het symbool van het anarchisme. ‘Ondanks de continuïteit in de naam en de symbolen is er een breuk tussen de Antifa uit de jaren dertig, de Antifa uit de jaren zestig en de Antifa van nu. Er is niet één ononderbroken organisatorische lijn.’
Losse cellen Sterker nog, de Antifa-beweging kent nauwelijks een organisatie. ’Er is niet één groot hoofdkwartier en ook niet één leider,’ legt De Graaf uit. ‘Er is een losse affiliatie van kleine cellen of takken, die van elkaar niet goed weten hoe ze opereren. Wat ze doen, is per cel verschillend. Soms verschijnen er in Duitsland bij vreedzame demonstraties tegen kernenergie of het Israëlbeleid kleine groepjes zogenaamde “autonomen” die in het zwart gekleed zijn en wel geweld gebruiken. Na de uit de hand gelopen bezetting van de Universiteit van Amsterdam werd door sommige veiligheidsmensen ook wel gezegd dat er autonomen of Antifa-cellen bij betrokken waren. Misschien uit de krakersscene. Maar wie die mensen zijn? We weten het niet. Er bestaan geen ledenlijsten, dat wordt nergens bijgehouden.’
‘Terrorisme is een gevaarlijk begrip in handen van de overheid’
De ongrijpbaarheid van de beweging komt rechtse populisten goed van pas, denkt De Graaf. ‘Antifa is een heel fijn begrip, juist omdat het zo slecht omlijnd is. Het wordt gebruikt als politieke knuppel om tegenstanders monddood te maken. Je hebt hier heel erg te maken met een attributieprobleem. Je kunt zeggen: “Kijk, die persoon heeft een keffiyeh om, die persoon demonstreert op straat en maakt een dreigend gebaar naar een politieman: Antifa!” En als het aan een meerderheid in de Tweede Kamer ligt, is zo iemand nu ook een terrorist.’
‘Terrorisme is een gevaarlijk begrip in handen van de overheid, want het geeft de mogelijkheid om vergaande maatregelen te nemen. Je kunt er mensen mee arresteren, vastzetten en veroordelen, zelfs als ze contacten hebben met een vermeende terrorist. Het begrip terrorisme moet je dus heel precies en terughoudend toepassen, alleen als er op levens gericht, georganiseerd geweld in het spel is. Met deze motie wordt het net veel wijder uitgegooid, waarbij de grens tussen denken en doen, overtuigingen en daden vervaagt,’ aldus De Graaf.
‘Dat je die grens zorgvuldig moet bewaken, is in Nederland vanaf circa 1970 het uitgangspunt geweest van de verschillende diensten en overheden. Met deze motie breekt de coalitie met die traditie van een halve eeuw, vastgelegd in de eerste Terreurbrief van 1973, om het begrip terrorisme niet als sloophamer tegen de open democratie in te zetten. Ik vind het echt schokkend dat in principe rechtstatelijke partijen als de VVD en de SGP meegaan met de populisten in de Tweede Kamer, die op deze manier de democratische rechtsorde willen inperken.’
Beeld: Een anti-fascistische demonstratie in Leipzig, 15 december 2020. (Bron: Wikimedia Commons/Gregor Wünsch)
Actueel Demonstratie van antifa Interview Beatrice de Graaf: Antifa-besluit Tweede Kamer is ‘een knuppel om tegenstanders monddood te maken’ Beatrice de Graaf Column Onderhandelen met de punt van de sabel Het kabinet-Hitler Interview ‘Hitler kwam aan de macht dankzij honderden kleine leugentjes’ Poster Katrina come hell or high water Recensie Spike Lee toont de verwoestende nasleep van orkaan Katrina Dit artikel is geschreven door: Bas Kromhout & Teun Willemse
Meld u aan voor de nieuwsbrief Ontvang historische artikelen met een actuele aanleiding, boekrecensies én aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox. Met de nieuwsbrief mist u niets op het gebied van geschiedenis. Abonnees hebben onbeperkt toegang tot alle artikelen.
Beatrice de Graaf Column Onderhandelen met de punt van de sabel Lees meer Het kabinet-Hitler Interview ‘Hitler kwam aan de macht dankzij honderden kleine leugentjes’ Lees meer Poster Katrina come hell or high water Recensie Spike Lee toont de verwoestende nasleep van orkaan Katrina Lees meer Adolf Hitler spreekt de Rijksdag toe in 1933 Interview ‘Ook in de Weimarrepubliek ging veel nepnieuws rond’ Lees meer Logo Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
HISTORISCH NIEUWSBLAD
Direct naar artikelinhoud Website logo
Voorpagina Editie Best gelezen Rubrieken
Seks volgens Tobiah Dat is wat seks zo hot maakt: je deelt elkaars dood een beetje Dit artikel is geschreven doorTobiah PalmGepubliceerd op 18 september 2025
Bewaren Delen Soms is het onmogelijk om woorden te geven aan seks, denkt Tobiah Palm. ‘Erotische liefde is het verliezen van grenzen. Als je daarover probeert te praten, dan sla je iets mystieks met taal kapot.’
Drie jaar geleden kwam ik een voormalige geliefde tegen op straat. Een leuke. En omdat ik bijna nooit zulke toevallige ontmoetingen heb (het meest enerverende wat me meestal op straat overkomt is dat ik per ongeluk synchroon loop met een persoon die ik niet ken) besloot ik, of eigenlijk besloten wij, er het beste van te maken en niet veel later lagen we in bed.
NIEUW
Word lid van Trouw en krijg online toegang tot de 11 beste kranten Van regio- tot wereldnieuws, van sport tot cultuur
Al vanaf
2,25 per week
Bekijk abonnementen
Na de seks lag ik op de lakens aan het voeteneinde, hij aan het hoofdeinde. Ik zou willen dat ik nu kon schrijven dat ik een sigaret rolde en dat we die deelden (dat is de ultieme romantiek, heb ik me laatst laten vertellen, omdat je eigenlijk elkaar helpt met doodgaan), maar dat is niet wat er gebeurde. Hij ging achter zijn computer zitten en zette een of ander softboynummer op.
De ‘Ultieme taboe’-test Terwijl ik naar hem keek (naakt, op een leren bureaustoel) dacht ik aan de ‘Ultieme taboe’-test. Een persoonlijkheidstest met vragen over kinks, kindertrauma’s en opvoeding. Er staat expliciet bij dat de vragen gaan over fantasie, niet per se over dingen die je in werkelijkheid zou willen. Het kan bijvoorbeeld dat je vorarefilische dromen hebt (de erotische wens om opgeslokt of opgegeten te worden), maar dat betekent niet dat je het lekker zou vinden als iemand daadwerkelijk een stukje van je vinger afbijt.
Na de test krijg je een score die laat zien hoe kinky je bent en word je vergeleken met een beroemd figuur. Mijn vrienden waren: Hitler, Batman, Catwoman en Voldemort. Ik was: Michael Scott, een personage uit The Office.
Quote van . ‘In verlangen verlies ik al een deel van mij’ Een vriendin vond het grappig dat we de uitslagen allemaal met elkaar deelden en niet de antwoorden die we hadden ingevuld. De ultieme taboetest bleef ultiem taboe.
Dat is volgens mij niet zo gek. Terug naar de softboy. Ik daagde hem uit om de test te doen, hij vulde een halfuur lang vragen in en liet me zijn score zien. Ook hij was Michael Scott. We waren allebei merkbaar opgelucht, maar zelfs toen lukte het niet om te praten over wat we hadden ingevuld.
Toen militaireschool,nu groene economie. Waar ooit soldaten trainden,bloeit nu de groene economie. De Groene Afslag floreert mede dankzij Triodos-investering in duurzaam ondernemen.
Advertentie van: Triodos IM Lees meer Twee Michael Scotts Misschien is dat wat je krijgt als je twee Michael Scotts naast elkaar zet, alleen ik durf te wedden dat wij niet de enigen zijn. U kunt vast, net als ik, miljoenen redenen verzinnen waar dat door komt (opvoeding, religie, schaamte). Maar ik denk dat de voornaamste reden is dat er een verschil zit in hoe mensen zichzelf presenteren aan de wereld en wat ze echt willen.
Die presentatie gaat over wat de norm is in de maatschappij. Waarin seks, in elk geval in mijn hoofd, betekent: twee mensen die liefdevol op elkaar liggen. De fantasie – of wat veel mensen daadwerkelijk doen – gaat over een dierlijke kant, waar gedachten en handelingen soms niet te controleren zijn. En daar zit precies het onbespreekbare.
Want, zo stelt YouTube-persoonlijkheid ContraPoints in een analyse van de Twilight-films, erotische liefde is het verliezen van grenzen. Je penetreert niet alleen je lichaam in de ander, maar ook een stuk van jezelf. Of, zoals het in Genesis (2:24) staat: een man zal zijn moeder en vader verlaten om naar zijn vrouw te gaan, en zo worden zij samen vlees.
Er zit iets vampierachtigs in seks Elk verlies van grenzen, en zeker die waar de randen van je eigen identiteit vervagen, is verwarrend. En soms zelfs wreed. Er zit iets vampierachtigs in seks (uitzuigen, opeten, verdrinken), zegt ContraPoints. En zij is niet de enige. ‘In verlangen verlies ik al een deel van mij’, schrijft Anne Carson in het boek Eros, bitterzoet. ‘Wat betekent fysieke erotiek als het geen beschadiging van de gebruiker is’, vraagt George Bataille zich in Eroticism af.
En ik vraag me af of je daar woorden aan moet geven. Natuurlijk is het belangrijk om te vertellen wat je lekker vindt en er moet altijd (communicatie over) consent zijn. Maar wat nou als softboy in het moment dat hij zich verloor, fantaseerde over dat hij een hap uit me nam. Had hij dat dan aan me moeten vertellen?
Ik denk het niet. Want hij zou dan iets kapotslaan, iets proberen te controleren wat niet controleerbaar is. Noem het dierlijk verlangen, noem het mystieke liefde, maar probeer vooral niet te beschrijven wat er nou precies gebeurt. Want dat is wat seks zo hot maakt toch? Je deelt elkaars dood een beetje.
Kwetsbare vragen Ten slotte wil ik alle lezers bedanken die me nu al mooie, soms kwetsbare vragen hebben gesteld. Ik ga proberen ze allemaal zo goed mogelijk te beantwoorden, sommigen hier in deze rubriek, anderen per mail.
Allemaal, behalve de man die vroeg om een foto van mijn ogen omdat hij een kink voor wilde krullen heeft. Ik zou graag alle mensen die van plan zijn mij dit soort voorstellen te doen, willen verzoeken daar van af te zien.
Vragen of verhalen over seksualiteit? Tobiah Palm ontvangt ze graag. Dat mag anoniem. De kans bestaat dat ze een artikel in deze rubriek schrijft naar aanleiding van uw mail. Mail naar: tobiah@trouw.nl
Tobiah Palm (1994) studeerde filosofie en antropologie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze is zelfstandig journalist en schrijver. Ze is een van de auteurs van de rubriek Ter Plekke in Trouw.
Help ons door uw ervaring te delen: Feedback geven
Wilt u iets delen met Trouw? Tip hier onze journalisten Algemeen Over ons Opiniestuk insturen Privacystatement Abonnementsvoorwaarden Gebruiksvoorwaarden Toegankelijkheidsverklaring Cookiebeleid Privacy-instellingen Auteursrecht Colofon Service Klantenservice Bezorgklacht indienen Bezorging pauzeren Bezorging wijzigen (Bezorg)adres wijzigen Adverteren Losse verkoop Meer Trouw Abonneren Nieuwsbrieven Krant Webwinkel RSS-feeds Facebook Android apps iOS apps Navigeer Columnisten Recensies Archief Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
Trouw is onderdeel van DPG Media.
KvK Nummer: 34172906 | BTW Nummer: NL810828662B01
© 2025 DPG Media B.V. Alle rechten voorbehouden
How Originalism Killed the Constitution A radical legal philosophy has undermined the process of constitutional evolution.
By Jill Lepore Illustrations by Tyler Comrie; typography by Sean & Eve, There Is Studio photo-illustration of the U.S. Constitution with a bouquet of flowers tied with ribbon on top of it Source: Nora Carol Photography / Getty September 10, 2025 Share
Save
This article was featured in the One Story to Read Today newsletter. Sign up for it here.
Abushy-browed, pipe-smoking, piano-playing Antonin Scalia—Nino—the scourge of the left, knew how to work a crowd. He loved opera; he loved theater; he loved show tunes. In high school, he played the lead role in Macbeth: “I have no spur to prick the sides of my intent, but only vaulting ambition.” As clever as he was combative, Scalia, short and stocky, was known, too, for his slightly terrifying energy and for his eviscerating sense of humor. He fished and hunted: turkeys and ducks, deer and boar, alligators. He loved nothing better than a dictionary. He argued to win. He was one of the Supreme Court’s sharpest writers and among its severest critics. “It’s hard to get it right,” he’d tell his clerks, sending back their drafts; they had that engraved on a plaque. Few justices have done more to transform American jurisprudence, not only from the bench but also from the seminar table, the lecture hall, and the eerie velveteen intimacy of the television stage. He gave one speech so often that he kept its outline, scribbled on a scrap of paper, tucked in his suit pocket. The Constitution is not a living document, he’d say. “It’s dead. Dead, dead, dead!”
Magazine Cover image Explore the October 2025 Issue Check out more from this issue and find your next story to read.
View More Two hundred and fifty years after Americans declared independence from Britain and began writing the first state constitutions, it’s not the Constitution that’s dead. It’s the idea of amending it. “The whole purpose of the Constitution,” Scalia once said, “is to prevent a future society from doing what it wants to do.” This is not true. One of the Constitution’s founding purposes was to prevent change. But another was to allow for change without violence. Amendment is a constitution’s mechanism for the prevention of insurrection—the only way to change the fundamentals of government without recourse to rebellion. Amendment is so essential to the American constitutional tradition—so methodical and so entirely a conception of endurance through adaptation—that it can best be described as a philosophy. It is, at this point, a philosophy all but forgotten.
The philosophy of amendment is foundational to modern constitutionalism. It has structured American constitutional and political development for more than two centuries. It has done so in a distinctive, halting pattern of progression and regression: Constitutional change by way of formal amendment has alternated with judicial interpretation, in the form of opinions issued by the U.S. Supreme Court, as a means of constitutional revision.
This pattern has many times provided political stability, with formal amendment and judicial interpretation as the warp and weft of a sturdily woven if by now fraying and faded constitutional fabric. But the pattern, which features, at regular intervals, the perception by half the country that the Supreme Court has usurped the power of amendment, has also led to the underdevelopment of the Constitution, weakened the idea of representative government, and increased the polarization of American politics—ultimately contributing, most lately, to the rise of a political style that can only be called insurrectionary.
The U.S. Constitution has one of the lowest amendment rates in the world. Some 12,000 amendments have been formally introduced on the floor of Congress; only 27 have ever been ratified, and there has been no significant amendment in more than 50 years. That is not because Americans are opposed to amending constitutions. Since 1789, Americans have submitted at least 10,000 petitions and countless letters, postcards, and phone and email messages to Congress regarding constitutional amendments, and they have introduced and agitated for thousands more amendments in the pages of newspapers and pamphlets, from pulpits, at political rallies, on websites, and all over social media. Every state has its own constitution, and all of them have been frequently revised and replaced. One delegate to a 19th-century constitutional convention in Missouri suggested that a state constitution ought to be rewritten every 14 years on the theory that every seven years, “every bone, muscle, tissue, fibre and nerve matter”—every cell in the human body—is replaced, and surely, in twice that time, every constitution ought to be amended too.
Since 1776, the states have held some 250 constitutional conventions and adopted 144 constitutions, or about three per state. Every state constitution currently in place has an amendment provision. For most of American history, the states have been exceptionally busy holding constitutional conventions, but as with amending the U.S. Constitution, the practice has stagnated. (No state has held a full-dress convention since Rhode Island did in 1986.) Nevertheless, the practice of amendment by popular vote thrives in the states, where constitutional revision is exponentially easier to achieve. Since 1789, some 7,000 amendments formally proposed in the states have been ratified, more than two-thirds of those introduced.
Recommended Reading A black-and-white photo-illustration of sets of white paper packets, resembling printed research papers, stacked in a circle with a hole in the center plummeting into darkness. The Business-School Scandal That Just Keeps Getting Bigger Daniel Engber
Silicon Valley Abandons the Culture That Made It the Envy of the World Alexis C. Madrigal
A silhouette profile of a human head with red arrows pointing toward and away from it ADHD’s Sobering Life-Expectancy Numbers Yasmin Tayag
Article V, the amendment provision of the U.S. Constitution, is a sleeping giant. It sleeps until it wakes. War is, very often, what wakes it up. And then it roars. In 1789, in the aftermath of the Revolutionary War, Congress passed 12 amendments, 10 of which, later known as the Bill of Rights, were ratified by the states by 1791. A federal amendment requires a double supermajority to become law: It must pass by a two-thirds vote in both houses of Congress (or be proposed by two-thirds of the states), and then it must be ratified by three-quarters of the states (either in legislatures or at conventions). No amendments were ratified in the 61 years from 1804 to 1865, and then, at the end of the Civil War, three were ratified in five years. What became the Thirteenth Amendment in 1865, abolishing slavery, had first been proposed decades earlier. No amendments were ratified in the 43 years from 1870 to 1913, and then, around the time of the First World War, four were ratified in seven years. The Nineteenth Amendment, granting women the right to vote and first called for in 1848, was ratified in 1920, after a 72-year moral crusade.
Again, the giant slept. In the 1930s, President Franklin D. Roosevelt largely abandoned constitutional amendment in favor of applying pressure on the Supreme Court, and the civil-rights movement adopted a legal strategy that involved seeking constitutional change through the Court too. The Second World War did not awaken Article V, because mid-century liberals abandoned amendment in favor of the exercise of executive and judicial power. From 1961 to 1971, as the United States became engulfed in the Vietnam War, Americans ratified four amendments and seemed very likely to ratify two more. Those that succeeded included the Twenty-Fourth Amendment, which in 1964 abolished poll taxes (generally deployed to suppress the votes of the poor and especially of Black people), and the Twenty-Sixth Amendment (which in 1971 lowered the voting age to 18). Both relied on a broad liberal consensus. Other efforts, such as an amendment abolishing the Electoral College, which passed the House in 1969, failed in the Senate. The Equal Rights Amendment, prohibiting the denial or abridgment of rights on the basis of sex, was introduced in Congress in 1923 and sent to the states in 1972. It fell short of the 38 states needed for ratification before the deadlines set by Congress. Liberals soon stopped proposing amendments, and amendments proposed by conservatives—providing for school prayer, banning flag burning, defining marriage, protecting fetal life, and requiring a balanced budget—all failed, leading conservatives, like earlier liberals, to instead seek constitutional change through the federal judiciary. The amending stopped. The Twenty-Seventh Amendment, which concerns congressional salaries and was ratified in 1992, was one of the 12 amendments sent by Congress to the states in 1789, and then was more or less forgotten; it can hardly be said to have introduced a new idea into the Constitution. The giant has not awoken since, despite half-hearted attempts to rouse it, mainly in the form of presidential political theater. Ronald Reagan supported a balanced-budget amendment. Bill Clinton supported a victims’-rights amendment (granting rights to victims of crime, a law-and-order answer to the defendants’-rights movement of the 1960s), and George W. Bush called for a defense-of-marriage amendment (identifying marriage as between a man and a woman). Neither made any headway. Joe Biden, after stepping down from his reelection campaign in 2024, proposed a constitutional amendment to reverse the Supreme Court’s decision that year granting the president considerable immunity from criminal prosecution. The giant did not wake.
Between 1980 and 2020, members of Congress proposed more than 2,100 constitutional amendments. Congress, more divided with each passing year, appr