Ga direct naar inhoudGa naar ‘artikel luisteren’
Europa is geen avondland
column In Europa
Caroline de GruyterCaroline de Gruyter Caroline de Gruyter
Caroline de Gruyter Gepubliceerd op 12 december 2025 Leestijd 2 minuten
Luister
Caroline de Gruyter schrijft wekelijks over politiek en Europa. Welkom bij NRC Dit artikel krijg je cadeau omdat wij het belangrijk vinden dat je kennis kunt maken met onze journalistiek. Wil je meer lezen? Dan vragen we je om abonnee te worden. Met onze abonnees kunnen we blijven investeren in goede journalistiek.
Donald Trump weet precies hoe hij Europeanen het hardst kan raken: door te zeggen dat ze altijd verdeeld zijn, dat hun economieën in verval zijn, dat er niemand meer naar ze luistert en dat ze als beschaving „uitsterven” doordat ‘vreemdelingen’ het continent overnemen. Dat ze, kortom, „civilizational suicide” aan het plegen zijn.
Niemand zal beweren dat alles perfect is in Europa, verre van. Maar dit is echt complete flauwekul. Wat het Witte Huis schrijft in zijn Nationale Veiligheidsstrategie 2025, de meest bizarre ooit, klopt van geen kanten. Volgens het IMF heeft het bruto binnenlands product van de Europese Unie net dat van China ingehaald, waarmee de EU na de VS de tweede economie ter wereld is. Europese groeicijfers zijn niet denderend, maar niks om je voor te schamen. De Europese Centrale Bank stelde in september de groeicijfers van de eurozone naar boven bij, van 0,9 naar 1,2 procent. ECB-president Christine Lagarde zei woensdag dat dit waarschijnlijk later deze maand opnieuw gebeurt: „De eurozone houdt zich beter dan we dachten.” Door Trumps tarieven, de oorlog in Oekraïne en alle geopolitieke turbulentie „dacht iedereen dat de groei sterk zou dalen. Dat is niet het geval”.
Het idee dat Europa onder de voet wordt gelopen door niet-Europeanen is absurd En dan nog een. In de top-200 World Competitive Index die de Spaanse econoom Arturo Bris jaarlijks samenstelt voor de IMD Business School in Lausanne, staan 51 Europese bedrijven – waaronder Siemens, ASML en LVMH – en 45 Amerikaanse. Tien van de twintig meest competitieve landen ter wereld zijn Europees. „Het verhaal van Europees verval heeft weinig met de realiteit te maken”, schrijft hij in zijn boek SuperEurope. Europeanen leven langer dan Amerikanen (82 jaar tegenover 77), hebben stabielere instellingen en betere vliegvelden, ziekenhuizen en spoorwegen. Dat Europa onder de voet wordt gelopen door niet-Europeanen is ook absurd. Europa wordt steeds meer een fort, met buitengrenzen die potdicht gaan en een strenger asiel- en immigratiebeleid dan ooit tevoren.
Nu kun je zeggen: dit staat allemaal onder druk. Zeker. De wereld verandert razendsnel, Europa moet mee veranderen. We hebben een oorlog aan de poort die steeds meer onze oorlog is. Deze week zei Sergei Karaganov, vertrouweling van de Russische president, dat Rusland eigenlijk oorlog voert tegen Europa. Een oorlog die al begonnen is. „Europa is onze echte vijand.” Aan de andere kant beuken Amerika en China op ons in – Trumps veiligheidsstrategie is enkel de zoveelste indicatie van het feit dat Europa er echt helemaal alleen voor staat.
Dus wat doen we? Lamenteren dat alles hier zo slecht is? Of het fatalisme achter ons laten en de schouders eronder, door een paar belangrijke keuzes te maken? Dat laatste, mag je toch hopen.
Wat Europa te doen staat? Eén: Oekraïne overeind houden, dat ons tegen Poetin beschermt en de nieuwe Europese veiligheidsgarantie is. Twee: eensgezind een Europese defensie optuigen, om strategische planning- en commandostructuren van de NAVO te kunnen overnemen van Amerika. Defensie is nu puur nationaal. Dat moet Europeser, met een gezamenlijke inlichtingendienst, Europese aanbestedingen, enzovoort. Drie: de interne markt verdiepen en verstevigen. Barrières tussen Europese landen zijn erger dan Trumps tarieven. Er moet veel meer geld naar onderzoek en ontwikkeling, zodat Europese burgers niet alleen beschermd worden tegen de mondiale turbulentie maar tot de winnaars kunnen gaan horen. Iedereen weet hoe dat moet: in het Draghi-rapport staat van a tot z wat er moet gebeuren.
Ten slotte, en dat is het allerbelangrijkste: werken aan wat Benedict Anderson een „imagined community” noemde, een verbeelde gemeenschap. Europeanen delen meer dan een markt of de rationele calculatie dat ze samen meer kunnen dan alleen. Burgers zien de formidabele dreigingen van buiten. Ze zoeken bescherming, veiligheid, een nest. Hoe agressiever Trump, Poetin of Xi worden, hoe meer er een Europese demos ontstaat, die drijft op sentiment, verbondenheid en trots. Die niet alleen verschillen benadrukt maar ook diep-historische, culturele verwantschap en lotsverbondenheid koestert. Europa is geen avondland. Laat Trump maar kletsen.