C2025-10
Direct naar artikelinhoud Website logo
Nieuws Krant Net binnen Rubrieken Nieuws ‘Het was veel geld, maar ik zat in nood’: huurders van HiCondo betalen veel te hoge borg en servicekosten Aan de Foppingadreef in Zuidoost is een oud kantoorpand omgebouwd tot studentencomplex HiCondo, met daarin 350 studentenstudio’s. Aan de Foppingadreef in Zuidoost is een oud kantoorpand omgebouwd tot studentencomplex HiCondo, met daarin 350 studentenstudio’s.Bron Joris van Gennip Onverklaarbare servicekosten en een torenhoge borg: in studentenpand HiCondo in Amsterdam-Zuidoost betalen studenten veel meer voor hun studio dan mag, blijkt uit onderzoek van Het Parool. ‘HiCondo hoort ergens bovenaan het lijstje met slechtste verhuurders van Amsterdam.’
Roosvan Riel Dit artikel is geschreven door Roos van Riel is onderzoeksjournalist van Het Parool
Gepubliceerd op 4 oktober 2025, 03:00
Bewaren Delen Ze moet nog bijna drieduizend euro terugkrijgen van haar vorige huisbaas. De 22-jarige studente is zes weken geleden verhuisd, maar haar borg heeft ze nog steeds niet terug. Haar verhuizing was in eerste instantie een opluchting. Eindelijk kan ze haar ouders uit Iran uitnodigen in Nederland, op haar eigen studentenkamer. In haar vorige studio, in studentencomplex HiCondo in Zuidoost, heeft ze anderhalf jaar gewoond, maar die wilde ze niet laten zien. Ze zouden zich zorgen om haar maken.
Ze moet binnenkort haar collegegeld betalen, bijna exact hetzelfde bedrag als de borg die ze nog tegoed heeft. Haar ouders kunnen haar niet helpen, zij kunnen niet makkelijk geld overmaken vanuit Iran vanwege financiële sancties. De studente probeert al een tijd contact te krijgen met Soner Sari, de pandbeheerer van HiCondo, maar hij reageert niet op haar mails.
Ze is onderweg naar de Ikea voor nieuwe kussens als ze met haar vriend besluit langs te gaan bij HiCondo, dat daar in de buurt zit. Het gesprek met Sari (48) begint beleefd, maar de sfeer slaat al snel om. Sari zegt dat ze weg moeten gaan, hij slaat de deur van zijn kantoor hard dicht. De voet van haar vriend zit er nog tussen.
Het stel belt de politie, maar als die arriveert is Sari nergens meer te bekennen. De vriend gaat naar het ziekenhuis, waar hij röntgenfoto’s laat maken van zijn voet. Later doet hij aangifte van mishandeling bij de politie; die is ingezien door Het Parool.
Allang blij om een woning te hebben Het voorval met de 22-jarige studente staat niet op zichzelf. Het regent klachten van huurders die wonen in studentenpand HiCondo. Het gaat om 350 studio’s in een omgebouwd kantoorpand in Amsterdam-Holendrecht.
Studenten betalen hoge servicekosten voor service die ze niet krijgen, er zijn op onveilige wijze warmtepompboilers geïnstalleerd en velen moeten hogere borgsommen betalen dan wettelijk is toegestaan.
Quote van . ‘Ik vond het veel geld, maar ik zat in nood. Mijn studie begon bijna en ik had nog steeds geen huis’ Alle bewoners van HiCondo zijn student, een deel van hen komt uit het buitenland. Lang niet iedereen kent zijn rechten, velen zijn allang blij een woning te hebben. HiCondo maakt daar misbruik van, zeggen bewoners.
Zoals bij een Britse student, die bijna 2800 euro aan borg betaalde. “Het was mijn eerste woning in Amsterdam,” zegt hij. “Ik vond het veel geld, maar ik zat in nood. Mijn studie begon bijna en ik had nog steeds geen huis. Pas later hoorde ik dat zo’n hoge borg illegaal is. HiCondo weet precies wie ze moeten hebben: mensen die net zo wanhopig zijn als ik.”
Veel te hoge borg betaald In Nederland mag een verhuurder maximaal twee keer de kale huur aan borg vragen. Studio’s bij HiCondo worden tussen de 807 en 866 euro verhuurd. Huurders van HiCondo betalen geregeld drie of soms bijna vier keer de kale huur aan borg. Wie verhuist, moet wettelijk na maximaal 14 dagen zijn borg terugkrijgen. Bij HiCondo duurt dat soms maanden en dan zijn bij velen nog honderden euro’s ingehouden op de borg als voorschot op de eindafrekening van de servicekosten, zonder duidelijke onderbouwing van die kosten.
Het is het grootste punt van frustratie van de bewoners. Boven op de kale huur betalen zij servicekosten, iets wat verhuurders vragen voor bijvoorbeeld schoonmaak- en reparatiekosten. Een voorwaarde is dat het om daadwerkelijk gemaakte kosten moet gaan. Huurders van HiCondo betalen tussen de 2300 en 2900 euro aan jaarlijkse servicekosten.
Open deze afbeelding in volledig scherm. Open deze afbeelding in volledig scherm. Open deze afbeelding in volledig scherm. Open deze afbeelding in volledig scherm. Open deze afbeelding in volledig scherm.
Bron Joris van Gennip Bron Joris van Gennip Bron Joris van Gennip Bron Joris van Gennip Bron Joris van Gennip Zo ook voor de tuin. Jaarlijks betalen de bewoners gezamenlijk ruim 5000 euro voor onderhoud, al lijkt er deze zomer al maanden geen onkruid te zijn gewied of paden te zijn geveegd. In het midden van het woekerende onkruid is een vijvertje en er staan vier picknicktafels. Daaronder liggen bergen sigarettenpeuken. Er staat ook een verlaten bushokje in de tuin, als zitplek. Daar zitten regelmatig mensen, en dat zijn niet alleen bewoners.
’s Avonds hangen er vaak mensen op de binnenplaats rond die niet in het complex wonen en bewoners lastigvallen, zeggen veel bewoners. “Elke keer dat ik ’s avonds thuiskom van mijn werk, moet ik me schrap zetten voor vervelende opmerkingen,” zegt een 20-jarige vrouwelijke student.
Quote van . Het hek naar de tuin is stuk en staat al twee jaar open; er worden regelmatig fietsen gestolen uit de stalling Je moet door de binnentuin om bij de fietsenstalling in het pand te komen. Het hek naar de tuin is stuk en staat al zeker twee jaar open, aldus de bewoners. Er hangt nog een bordje met ‘sleutelpas’ erop, maar het bijbehorende slot ontbreekt. Bewoners zeggen dat er regelmatig fietsen worden gestolen uit de stalling.
Bewoners zeggen dat er regelmatig fietsen worden gestolen uit de stalling. Bewoners zeggen dat er regelmatig fietsen worden gestolen uit de stalling.Bron Joris van Gennip En dat terwijl de bewoners via de servicekosten wel betalen voor beveiliging. In 2024 ging het jaarlijks om 113 euro per persoon voor videobewaking en 489,90 euro voor een huismeester, conciërge en bewaking. Maar bewoners zeggen nog nooit een bewaker in het pand te hebben gezien.
Altijd bijbetalen aan het eind van het jaar Beheerder Sari schrijft in een reactie aan Het Parool dat er ‘geen sprake is van te hoge servicekosten’. Hij zegt ‘passende maatregelen’ te nemen omtrent de veiligheid in de tuin en zegt het hek te laten voorzien van een slot. Zijn uitgebreide reactie is onderaan dit artikel te vinden.
Na het einde van het jaar volgt standaard nog een verrekening van de servicekosten. Bewoners moeten vaak bijbetalen, zeggen ze. Bedragen variëren tussen enkele tientjes en honderden euro’s. “Het zijn altijd arbitraire bedragen,” zegt een 24-jarige oud-bewoner. “Ze hopen gewoon dat niemand het in twijfel trekt.”
Quote van . Er lopen momenteel zo’n honderd zaken bij de Huurcommissie tegen HiCondo Maar niet iedereen laat het erbij zitten. Afgelopen jaar zijn er elf zaken over de servicekosten van HiCondo bij de Huurcommissie behandeld. Daar kunnen huurders en verhuurders naartoe bij conflicten.
HiCondo verloor ze allemaal.
De bewoners die de zaken aanspanden, moesten per persoon ruim 800 euro terugkrijgen, zo oordeelde de Huurcommissie. Kostenposten waren onvoldoende onderbouwd, of veel te hoog ingeschat. Zo werden bijvoorbeeld de kosten voor de huismeester, conciërge en bewaking teruggedraaid van bijna 500 euro naar 0 euro.
Stichting !Woon, belangenbehartiger van huurders in Amsterdam, stond de bewoners bij. Volgens de stichting heeft nog geen van de huurders zijn geld teruggekregen. Bovendien lopen er volgens !Woon momenteel nog zo’n honderd zaken, waarin HiCondo weer precies dezelfde fouten als eerder maakt. In de servicekostenafrekeningen voor 2024, die ná de uitspraken van de Huurcommissie kwamen, vraagt HiCondo weer bijna 500 euro voor een huismeester, terwijl dat bedrag door de Huurcommisie naar 0 euro was bijgesteld.
Quote van Jeroen Koster van stichting !Woon . ‘HiCondo hoort volgens ons ergens bovenaan het lijstje met slechtste verhuurders van Amsterdam’ Jeroen Koster van stichting !Woon HiCondo staat al geruime tijd op de radar van !Woon. “Samen met mijn collega’s ben ik wekelijks in totaal zo’n 24 uur bezig met deze verhuurder,” zegt Jeroen Koster van !Woon. “HiCondo hoort volgens ons ergens bovenaan het lijstje met slechtste verhuurders van Amsterdam.”
HiCondo is het eerste vastgoedproject van pandbeheerder Soner Sari (48), die door huurders als huurbaas wordt omschreven. In 2016 verwelkomt hij de eerste bewoners in HiCondo. Al na één jaar wordt hij door Rood, de jongerenorganisatie van de SP, uitgeroepen tot ‘Huisjesmelker van het jaar 2017’. Hij krijgt de weinig begerenswaardige titel vanwege het gebrekkige onderhoud aan het pand en omdat hij bewoners ‘intimideert en bedreigt’, aldus Rood.
Hij is dan al veroordeeld voor de mishandeling van een bewoner in 2017. Ook wijdt het tv-programma Kassa in 2016 een aflevering aan klachten over HiCondo.
Bij het team Goed Verhuurderschap van de gemeente liggen al maanden meldingen over HiCondo. De gemeente schrijft in reacties op meldingen van bewoners dat de situatie ‘ver van acceptabel’ is. Maar tot op heden is er vanuit de gemeente geen actie ondernomen, tot teleurstelling van veel bewoners.
“Er is zo weinig handhaving,” zegt een 21-jarige oud-bewoner. “De verhalen over deze man zijn al sinds 2017 bekend, we doen al maandenlang meldingen, maar er gebeurt niets.” Ze is uiteindelijk, na tweeënhalf jaar, verhuisd.
De gemeente schrijft in een reactie aan Het Parool dat er een onderzoek naar HiCondo loopt. ‘Lopende dit onderzoek kunnen wij geen uitspraken doen over de inhoud daarvan,’ schrijft een woordvoerder.
Bewoners verenigen zich Begin dit jaar kwam een groep van zo’n twintig bewoners samen uit onvrede over het vele geld dat ze aan borg hebben bet
Overzicht van de namen en posities in dit artikel: https://sites.google.com/view/stylo-aisite/samenvattingen/zionisme
Vergeten profeten
Kan Israël voortbestaan als joodse én democratische staat? Die vraag is actueler dan ooit, maar al meer dan een eeuw breken grote denkers er hun hoofd over. Tijd om hen te herlezen, vindt Martine van den Berg.
Martine van den Berg
1 oktober 2025 – verschenen in nr. 40
Leden van de antizionistische orthodox-joodse stroming Neturei Karta protesteren in Jeruzalem voor een Palestijnse vlag tegen de staat Israël, op 1 mei, de dag dat Israël zijn onafhankelijkheid viert © John Wessels / AFP / ANP Een paar weken geleden kondigde de adjunct-directeur van het Niod Hinke Piersma aan dat ze onderzoek gaat doen naar de geschiedenis van het antizionisme in Nederland. Antizionisme is namelijk geenszins een nieuw fenomeen. Ter illustratie citeerde ze hoe het Nieuw Israëlietisch Weekblad – een tijdschrift voor joods Nederland dat tegenwoordig behoorlijk pro-Israël is – zionisten ooit omschreef als ‘heethoofden’. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de toon. ‘Die omslag is fascinerend’, merkt Piersma op in het interview in de NRC, ‘waar is het antizionistische geluid van voor de oorlog gebleven? Onder de overlevenden van de holocaust bevonden zich ook antizionisten, maar die deden er het zwijgen toe, is mijn aanname.’
Tegenwoordig word je al snel van antisemitisme beschuldigd als je je hardop afvraagt of Israël per definitie een joodse staat moet zijn. Toch is het een misverstand te denken dat antizionisme en kritiek op het zionisme enkel het domein is van voorvechters voor de Palestijnse staat, of van rabiate antisemieten die alle joden in welke hoedanigheid dan ook de zee in willen drijven. Kritiek op het zionisme en twijfel aan de noodzaak van een autonome, nationale joodse staat is, zoals Piersma al aangaf, even oud als het zionisme zelf. Deze kritische geluiden werden geuit door joodse denkers en hun werk is juist nu relevanter dan ooit. Een goede reden dus om ze te herlezen.
Herlezen? Voor de meeste Israëliërs is er van herlezen geen sprake, want op scholen wordt immers maar één narratief onderwezen: dat van het ‘mainstream’ politieke zionisme. Dat hierover in de joodse gemeenschap een felle discussie is gevoerd, lijkt vergeten. Alle aandacht gaat uit naar de vader van het politieke zionisme, Theodor Herzl (1860-1904), die vond dat de poging van seculiere joden om in de Europese en Russische samenlevingen te assimileren was mislukt. De enige oplossing voor het antisemitisme van zijn tijd was volgens Herzl het creëren van een nationale joodse staat. Diep beïnvloed door de verlichtingsidealen van zelfbeschikking en zelfverwerkelijking betoogde hij dat joden daarbij het lot in eigen handen moesten nemen. Dit politieke zionisme wortelde in het negentiende-eeuwse seculiere nationalisme, met het traditionele rabbijnse jodendom had Herzl weinig op. De wereld van religieuze geboden en verboden was een ding van het verleden.
Bij de vorming van de staat Israël veranderde dat: het zionisme ging een verbond aan met religieuze stromingen die in de staat Israël een vervulling zagen van een oude, bijbelse belofte. Het jodendom was daarmee niet langer primair een religie en een ‘volk’ in spirituele zin, maar werd een natie die op basis van oude heldenverhalen en archeologische opgravingen een onvervreemdbaar recht op een fysiek land opeiste.
Zo werd ‘Israël’ de lijm tussen het seculiere en het religieuze jodendom en dit construct werd in de loop der jaren zo vanzelfsprekend dat ook de buitenwereld deze connectie als onlosmakelijk ging zien. De staat Israël is na bijna tachtig jaar een fait accompli en kritische reflectie op het concept van een joodse staat is een doodzonde. Je mag protesteren tegen Netanyahu’s regering en de dramatische oorlog in Gaza, maar het zionisme als zodanig ter discussie stellen is voor de meerderheid van de Israëliërs, joden in de diaspora en ook voor veel christenen een brug te ver.
Toch zijn het niet de minste joodse denkers die in het verleden precies dat hebben gedaan. Nu Israëls misdaden in Gaza het nieuws domineren, worden deze aloude discussies weer buitengewoon relevant. Dat geldt niet alleen voor politici en beleidsmakers, maar ook voor joden in de diaspora die hun relatie tot Israël kritisch onderzoeken. Ook kritische Israëliërs vragen zich af of het nationale project waarmee ze zijn grootgebracht nog wel toekomst heeft, zeker sinds de democratische waarden ondergeschikt raken aan nationalistische, religieuze en autocratische utopieën. De vragen van toen zijn relevanter dan ooit: is het mogelijk om tegelijkertijd een joodse én een democratische staat te zijn? Mag je de staat Israël loskoppelen van het idee van joodse zelfbeschikking? En bestaat er zoiets als jodendom zonder Israël?
Al vanaf het begin van de vorige eeuw is door liberale, orthodoxe én seculiere joden felle kritiek geuit op het idee van een joodse staat. De aard van deze bezwaren liep uiteraard nogal uiteen. Orthodoxe rabbijnen hadden moeite met het seculiere karakter van de beweging. Een goed voorbeeld hiervan is rabbi Joël Teitelbaum (1887-1979). Teitelbaum was de stichter van de Satmar-beweging, een groep chassidische joden uit Roemenië die zich na de oorlog in New York vestigde en bij het grote publiek bekend is geworden door de Netflix-serie Unorthodox. De vorming van de seculiere staat Israël was voor hem een gruwel.
Teitelbaum baseerde zich in zijn antizionisme op de ‘Drie eden’ uit de Babylonische talmoed, die het joden verbiedt om massaal naar Israël te gaan en zich te verzetten tegen de wereldmachten én diezelfde machten oproept de joden niet te onderdrukken. Liever dan onder een seculier-joods bestuur zag hij het land onder Turks of Jordaans gezag. Zijn zorg was dat de messias niet zou arriveren zolang de joden soevereiniteit hadden. De staat Israël hield dus in feite de komst van de messias tegen.
Seculiere joden uitten begrijpelijkerwijs andere bezwaren. De Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig (1881-1942) bijvoorbeeld had zich met zijn populaire toneelstuk Jeremiah, dat nog tijdens de Eerste Wereldoorlog verscheen, afgekeerd van alles wat met nationalisme, kanonnen en vlaggen te maken had. Daar schaarde hij óók het zionisme onder. Deze aversie tegen nationalisme bleef bij een aantal seculiere intellectuelen ook na de Tweede Oorlog overeind.
Al in 1944 had Hannah Arendt zich uitgesproken tegen het ideaal van een joodse natiestaat. ‘Het ware doel van de joden in Palestina moet het opbouwen van een joods thuisland zijn. Dit mag nooit worden opgeofferd voor de pseudo-soevereiniteit van een joodse staat’, schreef ze. In The Origins of Totalitarianism (1951) zet ze uiteen waarom het concept van een natiestaat, als het is gebaseerd op etnisch-nationale claims, op gespannen voet staat met universele mensenrechten. En dat is precies wat ze zich in Israël zag voltrekken.
Een apart verhaal vormt de kritiek van het liberale jodendom. Hoewel dit ‘Reform Judaism’ in Israël een minderheid vormt – niet in het minst omdat het door de overheid niet voor vol wordt aangezien – is het in de Verenigde Staten een bloeiende beweging waar meer dan twee miljoen joden zich bij thuis voelen en die nauwe banden met Israël onderhoudt. Een van de manieren om deze banden te versterken is het Birthright-progamma, dat joodse jongeren een gesponsorde reis naar Israël aanbiedt, waar ze tien dagen lang worden ondergedompeld in het mainstream zionistische narratief. Aan dit soort programma’s wordt door jongeren uit deze liberale traditie massaal meegedaan.
Het is dan ook een verrassing te ontdekken dat juist de Reformbeweging van oorsprong uitgesproken antizionistisch was. Geïnspireerd door de gedachte dat sociale gerechtigheid belangrijker was dan strikt ritualisme kwam in 1885 een groep gelijkgestemde rabbijnen in Pittsburgh bijeen om een verklaring op te stellen. Ze zetten zich daarin af tegen het traditionele rabbijnse jodendom maar wilden zich óók onderscheiden van het universele humanisme. Joods nationalisme wezen ze daarbij resoluut af: ‘We zien onszelf niet als natie maar als religieuze gemeenschap en verwachten geen terugkeer naar Palestina, noch het herstel van de offerdienst… noch het herstel van wetten van een joodse staat.’
De eerste twijfel over dit standpunt ontstond na de Kishinev-pogrom in 1903, waarbij meer dan veertig joden werden gedood en vijftienhonderd huizen werden verwoest. In Oost-Europa was een dergelijke pogrom geenszins een nieuw fenomeen, maar de foto’s die werden verspreid – destijds een unicum – schokten de joodse gemeenschap wereldwijd. Een van de verslaggevers ter plaatse was Ze’ev Jabotinsky (1880-1940) en wat hij in Kishinev aantrof zou een diepe indruk achterlaten. Het overtuigde hem ervan dat joden zich desnoods met geweld moesten verdedigen tegen antisemitisme. In de vooroorlogse zionistische beweging werd hij een invloedrijk figuur en toen Herzl voorstelde een joods thuisland in Oeganda te creëren, stemde hij tegen: dat thuisland kon enkel in ‘Eretz Israël’ – zoals men het Palestina van toen noemde – worden gevestigd.
Ook het beroemde gedicht In de stad der schande van Chaim Nachman Bialik (1873-1934) zou ertoe bijdragen dat juist deze pogrom een historisch keerpunt werd. Bialik wordt in Israël nog steeds beschouwd als de dichter des vaderlands en dit gedicht, waarin het lijden van de joden van Kishinev in bijbelse kleuren wordt geschilderd, is voor scholieren nog steeds verplichte kost. Het effect van de aandacht die Bialik en Zabotinsky aan deze pogrom besteedden was dat de zionistische beweging, die eerst nog met wantrouwen werd bekeken, een aanzienlijke groei doormaakte.
Toch waren de liberale rabbijnen in Amerika niet makkelijk over te halen. Ze zagen zichzelf primair als burgers van de Verenigde Staten en waren bang dat het enthousiasme voor een soevereine joodse staat het antisemitisme juist in de hand zou werken. Deze antizionistische kra
Politicoloog Ivan Krastev: ‘Politici moeten dingen doen die voorheen ondenkbaar waren’
David Kabel
Overal ter wereld staan politici voor de vraag hoe om te gaan met populistische partijen. De vooraanstaande politicoloog Ivan Krastev raadt ze aan om risico’s te nemen. Middenpartijen moeten volgens hem accepteren dat we leven in een revolutionair tijdperk. ‘Trump is succesvol omdat hij doet wat hij wil.’
Ivan Krastev denkt dat het overnemen van populistische ideeën voor niet-populistische partijen een heilloze weg is. ‘Mensen stemmen niet op extremistische partijen vanwege hun standpunten.’
‘Heb je weleens Truth or Dare gespeeld?’ De Bulgaarse politicoloog Ivan Krastev kijkt met twinkelende ogen voor zich uit. ‘Politiek is tegenwoordig zoals dat spel waarbij deelnemers moeten kiezen tussen iets gewaagds doen of antwoord geven op een ongemakkelijke vraag’, zegt hij, terwijl zijn mondhoeken krullen tot een lichte grijns. ‘Politici moeten daarom gewaagde dingen doen – ook als ze daarmee sommige regels overtreden.’
Als concreet voorbeeld wijst Krastev op de Europese reactie op de oorlog in Oekraïne. ‘Voor veel Europese liberalen was de Europese Unie altijd een pacifistisch project. We spraken niet graag over macht, defensie of wapens. Na het uitbreken van de oorlog werd het vredesproject in korte tijd herzien tot een oorlogsproject.’
Even hiervoor heeft Krastev een toespraak gehouden op het Budapest Forum, een conferentie die mede is georganiseerd door het CEU Democracy Institute. Zijn rede ging over het trilemma waar post-populistische regimes mee te maken krijgen. De centrumregeringen staan onder druk om effectief te zijn, snel te handelen en tegelijkertijd zich aan de wet te houden. ‘Onmogelijk’, concludeert de Bulgaar. ‘Politici moeten daarom dingen doen die voorheen ondenkbaar waren.’
Krastev – rode coltrui, blauwe blazer en sportschoenen – is een van de meest gerespecteerde politieke denkers van Europa. Hij is verbonden aan het Institute for Human Sciences in Wenen en is mede-oprichter van de European Council on Foreign Relations. Hij voorziet menig wereldleider van advies en schreef zeven boeken over Europa, populisme en democratie. Regelmatig publiceert hij analyses in de Financial Times en The New York Times.
Krastevs oproep om gedurfde dingen te doen valt samen met zijn stelling dat de coronapandemie de samenleving voorgoed heeft veranderd. ‘Klimaatactivisten die droomden dat vliegtuigen van de ene op de andere dag niet meer zouden opstijgen, zagen tijdens corona dat dat mogelijk is’, zegt hij. ‘Mensen die alle grenzen wilden sluiten, zagen ook dat dat kon.’
Volgens de politicoloog heeft die realisatie tot een geheel nieuwe politiek geleid. ‘Trump is succesvol omdat hij doet wat hij wil. Iedereen zei dat als hij heffingen zou opleggen, de markten hem zouden afstraffen. Aangezien dat niet is gebeurd, denken veel mensen dat regeringen machtiger zijn dan ze lange tijd deden voorkomen.’
In Nederland en Polen probeerden centrumrechtse partijen de retoriek van de extreemrechtse partijen over te nemen. Dat werkte niet, maar populistische partijen negeren werkt ook niet. ‘Het overnemen van populistische retoriek heeft geen zin, aangezien mensen niet op extremistische partijen stemmen vanwege hun standpunten, maar omdat zij als eersten inspeelden op de gevoelens van mensen. Kijk naar Italië: premier Giorgia Meloni werd gekozen met een anti-immigratieprogramma. Hoewel het aantal migranten niet is gedaald, is ze nog steeds populair. Dat komt omdat mensen zich door haar gehoord voelen. Centrumrechts moet daarom woorden vinden waarmee het laat zien dat het de culturele zorgen begrijpt.’
‘Centrumpolitici moeten zich realiseren dat mensen vooral tegen immigratie zijn omdat ze zich niet meer thuis voelen in hun land. Veel landen zijn zo snel veranderd dat de inwoners het nauwelijks nog herkennen. Je thuisvoelen betekent dat je begrijpt en begrepen wordt, dat je niet bang hoeft te zijn dat mensen je veroordelen. Het grote vraagstuk voor centrumpartijen is het herdefiniëren van wat “thuis” betekent. En dat begint bij het regelen van huisvesting.’
In veel westerse democratieën, zoals Canada en Australië, hebben Trump-achtige politici recentelijk verloren. In Oost-Europa, bijvoorbeeld in Polen, winnen ze juist aan populariteit. Waarom is er in Oost-Europa meer steun voor Trump dan in West-Europa?
‘Ten eerste resoneert de cultuurstrijd in de Verenigde Staten meer in Oost-Europa dan in de rest van Europa. In de Verenigde Staten en West-Europa hebben veel conservatieve partijen een deel van de erfenissen van 1968 overgenomen. Zelfs in de huidige regering van Donald Trump zitten openlijk homoseksuele ministers. In Oost-Europa zijn veel nieuwe normen, vooral die rond de lhbti-gemeenschap, niet voortgekomen uit een natuurlijke politieke of sociale ontwikkeling. Ze waren onderdeel van de Europese integratie en de daar al bestaande wetgeving.’
‘Daarnaast is Oost-Europa over het algemeen conservatiever dan West-Europa. Poolse conservatieven, bijvoorbeeld, waren altijd al sterk pro-Amerikaans. Trump steunen was een logische stap voor hen. Ook heeft de Oost-Europese diaspora in de Verenigde Staten grotendeels op Trump gestemd. Zij hebben hun visie op Trump verspreid via sociale media in hun eigen talen. Het laatste punt betreft de relatie met Rusland. Er zijn pro-Kremlinpartijen, zoals in mijn eigen geboorteland Bulgarije, die de pro-Russische houding van Trump goed vinden.’
Wat onderscheidt het populisme in Oost-Europa van dat in de westerse wereld? ‘Het populisme in Oost-Europa is sterker gericht op migratie. Tijdens de migratiecrisis van 2015 was er in West-Europa veel verbazing dat Oost-Europeanen zo anti-immigratie waren terwijl er eigenlijk nauwelijks migranten kwamen. Een deel van dat sentiment komt voort uit het trauma van de massale emigratie na 1989: een groot deel van de Roemenen, Bulgaren en mensen uit de Baltische staten is toen vertrokken. Het bevolkingsverlies voedde de angst om te verdwijnen, terwijl die landen net hun onafhankelijkheid hadden teruggekregen.’
‘Daar komt bovenop dat de tolerantie voor etnische minderheden in West-Europa veel groter is dan in Oost-Europa. Veel West-Europese landen zijn grotendeels voormalige koloniale machten, en zijn daardoor meer gewend aan etnische en culturele diversiteit. Oost-Europese landen ontstonden na de ineenstorting van het Russische Rijk, het Habsburgse Rijk en het Ottomaanse Rijk. Etnische homogeniteit was voor hen vanaf het begin een kernpunt in de staatsvorming.’
Krastev denkt dat we leven in een revolutionair tijdperk. Volgens hem maken middenpartijen een grote fout als ze ‘denken dat we terug kunnen naar hoe het was’. Foto: Dieter Telemans/ANP Moeten centrumpolitici populistische partijen principieel uitsluiten? ‘Dat verschilt per land en situatie. Populistische partijen verschillen sterk per land en zijn vaak diep geworteld in hun nationale geschiedenis. Maar het is cruciaal dat politici snappen dat we leven in een revolutionair tijdperk, en dat verandert de identiteit van alle partijen. De grootste fout van het politieke midden, links of rechts, is te denken dat we terug kunnen naar hoe het was.’
Is de huidige Europese strategie van ‘Trump-fluisteren’, de Amerikaanse president paaien en de directe confrontatie vermijden, op de lange termijn effectief? ‘Het is niet houdbaar, want iedereen gebruikte dezelfde strategie. Maar de EU moet wel realistisch blijven. Na de Russische invasie van Oekraïne bleek Europa niet voorbereid te zijn op een grote oorlog. Maar het is één ding om wakker te worden en iets anders om uit bed te komen. Momenteel probeert Europa vooral tijd te winnen, en dat heeft het nodig. Niet alleen voor het ontwikkelen van de defensie-industrie en het opbouwen van een leger, maar ook voor de culturele omslag. Voor veel Europeanen is oorlog nog steeds ondenkbaar.’
‘De kern van het probleem is dat Europa en Trump fundamenteel anders naar de Russische dreiging kijken. Volgens Trump lijkt de huidige situatie op die van voor de Eerste Wereldoorlog: Europa is verdeeld en een kleine bondgenoot van Amerika dreigt de Verenigde Staten een oorlog in te trekken. Voor Europeanen lijkt de situatie juist op die van voor de Tweede Wereldoorlog: er is een agressor die met een krachtige reactie moet worden gestopt.’
Zou Europa krachtiger moeten optreden tegenover Trump? ‘Op een bepaald punt, ja. Maar wel pas als het echt kan opstaan. Het ergste scenario zou zijn dat Europa opstaat en vervolgens weer gaat zitten.’
Een wapenstilstand in Oekraïne lijkt verder weg dan ooit, maar tegelijkertijd snakt het land naar vrede. Wat zou u de Oekraïense president Zelensky adviseren? ‘Het belangrijkste voor Zelensky – en hij heeft daar talent voor getoond – is aan te voelen wat zijn land wil. Ik heb altijd gedacht dat Oekraïne ook zonder Navo-lidmaatschap bij het Westen kan horen, maar daarvoor is het essentieel dat het keiharde veiligheidsgaranties krijgt. Anders zal het land leeglopen en zullen buitenlandse investeerders wegblijven. En het land is nu al demografisch uitgeput: veel doden en een laag geboortecijfer.’
‘Europa heeft op zijn beurt evenveel belang bij goede veiligheidsgaranties voor Oekraïne. Momenteel heeft Oekraïne als enige land een leger met gevechtservaring dat tussen Europa en Rusland staat. Daarom zal Europa nooit een wapenstilstand accepteren die Oekraïne ontwapent.’
Europese uitbreiding staat weer op de agenda, terwijl de meeste landen daar nog niet klaar voor lijken. Welke hervormingen zijn nodig om een eventuele uitbreiding tot een goed einde te brengen? ‘Het idee dat de EU andere landen verandert zonder zichzelf te veranderen, is voorbij. Oekraïne moet zo snel mogelijk integreren in de Europese veiligheids- en energiestructuren. Betekent dit dat het ook meteen stemrecht krijgt in de Europese Raad? Ik weet niet zeker of dat een goed idee is. Voor sommige Balkanlanden ben ik nog minder zeker of dat een goed idee zou zijn. Ik denk daarom dat we