C-Archief
Gezien op Facebook, bron onbekend. Over het gebruik van gedachtenstreepjes in AI-gegenereerde tekst en het aantrekkelijke menselijk ambacht van eigen teksten schrijven, met alle fouten die daarbij horen.
Laat Afrikaanse boeren met rust
Dit artikel is geschreven door Babah Tarrawalley Columnist
Gepubliceerd op 26 november 2025, 22:00
Met een goede vriend bezocht ik onlangs de bibliotheek in Utrecht voor de documentaire The Last Seed. Een film over de strijd om zaadsoevereiniteit, een woord dat misschien stoffig klinkt, maar in Afrika het verschil betekent tussen leven en overleven. Terwijl we nog aan een cappuccino nipten, liep een vrouw binnen met de poster van de documentaire onder haar arm. Alsof de film ons riep: kom kijken, kom luisteren.
Mijn vriend, een Togolese pan-Afrikanist in hart en nieren, noemt zichzelf graag een zoon van het continent en van zijn diaspora. Hij is zo’n dorpsoudste in moderne verpakking: altijd een verhaal, altijd een waarschuwing, altijd een zacht tikje tegen mijn bewustzijn. Wanneer wij samen door witte ruimtes lopen; musea, conferenties, theaters, herinnert hij me eraan dat stilte soms gevaarlijker is dan lawaai.
In de filmzaal zucht hij: “Waar zijn onze mensen?” vroeg hij. “Weten ze niet dat kennis macht is? Dat je pas gehoord wordt als je aanwezig bent?” Ik had geen antwoord. Misschien weten ze het niet. Misschien zijn ze moe van weer een verhaal over Afrika dat niet door Afrikanen zelf verteld wordt. Hij knikte naar het witte publiek dat de zaal vult: “Juist daarom moeten wij hier zijn.”
The Last Seed neemt je mee in het leven van kleine Afrikaanse boeren, die dagelijks balanceren tussen hun eigen wijsheid en de druk van internationale bedrijven. Bedrijven die met glanzende folders en dunne beloften het continent binnenmarcheren, alsof Afrika een supermarkt is waar je in de schappen kunt grijpen wat je nodig hebt: grond, zaden, winst.
Quote van . “Laat maar”, zei ze, “dan eet ik liever onze eigen kip” Tijdens het kijken dacht ik aan mijn moeder. Ze wilde ooit dat ik kip uit Nederland naar Sierra Leone zou exporteren. “Het is goed geld,” zei ze. Maar toen ik haar vertelde hoe die kippen hier worden vetgemest, een leven krap als een luciferdoosje, geïnjecteerd met alles wat sneller, dikker en goedkoper maakt, keek ze me lang aan. “Laat maar,” zei ze zacht. “Dan eet ik liever onze eigen kip.”
Die keuze lijkt simpel, maar het is precies de strijd die miljoenen Afrikaanse boeren voeren. Westerse bedrijven overspoelen markten met goedkope import: bevroren kip uit Europa, tomatenpuree uit Italië, poedermelk uit Nederland, rijst uit China. Het resultaat? Lokale boeren verliezen. Niet door gebrek aan vakmanschap, maar doordat hun rijke, eerlijke producten niet kunnen concurreren met de dumpprijzen van bedrijven die winst verkiezen boven waardigheid.
Toch toont de film ook iets wat geen multinational kan vernietigen: veerkracht. We zien agro-ecologische boeren die met een bijna sacrale toewijding hun land bewerken, in harmonie met aarde en seizoenen. En Senegalese vrouwen die opstaan, hun zaden vasthouden als erfgoed, als verzet.
Achteraf spraken we met Famara Diedhiou uit Senegal. Zijn woorden waren scherp als een machete: “Sinds voedselzekerheid meer dan dertig jaar geleden werd gelanceerd, is de honger alleen maar toegenomen.” Hij wees naar Monsanto, en naar alle andere giganten die Afrikaanse bodems leegzuigen en afhankelijk maken van genetisch gemanipuleerde zaden. “Geef onze boeren kleine machines. Geef ze water. Geef ze rust van buitenlandse bemoeienis.”
Ik vroeg hem of voedselzelfvoorziening mogelijk is wanneer Afrikaanse landen vooral telen voor eigen consumptie in plaats van export. Hij glimlachte: “Beide kan. Maar eerst moeten we weer leren vertrouwen op onze eigen grond.”
The Last Seed laat ons achter met een vraag die we niet langer kunnen negeren: Wat hebben we verloren door ons voedsel uit handen te geven, en wie durft ons de weg terug te wijzen naar de aarde die ons draagt?
Babah Tarawally is schrijver, columnist en programmamaker. Voor Trouw schrijft hij om de week over (verborgen) discriminatie en racisme, maar vooral over manieren om elkaar op dit thema te kunnen verstaan.
Kerksluiting zorgt voor kaalslag in bisdom Utrecht. ‘We zijn een kerk van vieren; maar nu even niet’ Nieuws Minder kerkgangers, vrijwilligers, communicantjes. Kaalslag in de Rooms-Katholieke Kerk in de regio Houten-Wijk bij Duurstede. Zeven van de acht kerken gaan op termijn dicht. ‘Pijnlijk en verdrietig.’ Koos van NoppenKoos van Noppen woensdag 26 november 2025, 11:21 aangepast 19:25 De 'kathedraal van 't Sticht', het rijksmonument in Schalkwijk, een van de kerken die moet sluiten. De 'kathedraal van 't Sticht', het rijksmonument in Schalkwijk, een van de kerken die moet sluiten. beeld: ANP Amersfoort
‘Het zat er al een jaar of tien aan te komen’, zegt parochiebestuurder Charles Verwimp, ‘nu zijn wij degenen die het pijnlijke besluit hebben moeten nemen.’ Verwimp is vicevoorzitter van de parochie Paulus Johannes XXIII, in de Utrechtse Kromme Rijnstreek.
Van de acht kerken in de uitgestrekte parochie moeten er op termijn zeven sluiten: Werkhoven, Schalkwijk, ‘t Goy, Odijk en Wijk bij Duurstede uiterlijk in 2030, Cothen en Bunnik zingen het ‘hopelijk’ uit tot 2035. Alleen de kerk in Houten zal als eucharistisch centrum openblijven.
Tekst loopt door onder de advertentie ‘Financiën zijn niet eens het doorslaggevende criterium’, zegt Verwimp. ‘Het gaat om jarenlange krimp. Je merkt ook het verlies van energie bij de vrijwilligers. Nu het onvermijdelijke besluit is genomen, is er een stip gezet op de horizon. Iedereen weet waar we aan toe zijn.’
Dure vaklieden Zijn situatieschets stemt niet vrolijk. Het aantal kerkgangers en kinderen die voor het eerst communie doen neemt af, vrijwilligers worden schaarser, de gemeenschappen vergrijzen, het ontbreekt aan jongere generaties die het stokje kunnen overnemen.
Het onderhoud van de kerkgebouwen baart ook zorgen. De ouder wordende vrijwilligers kunnen minder zelf doen en nemen in aantal af. Steeds vaker moeten dure vaklieden worden ingehuurd. De energiekosten van de (veelal te grote) kerkgebouwen rijzen de pan uit.
Vanaf 2029 bereiken de meeste leden van het pastoraal team de pensioengerechtigde leeftijd en nemen ze afscheid. Dat zet niet alleen de continuïteit van de vieringen onder druk, maar ook de voorbereiding op de eerste communie en het vormsel.
Pastoor Fred Hogenelst: ‘Ingreep is pijnlijk en verdrietig, maar nodig met het oog op de toekomst van de parochie.’ - beeld: Parochie JP23
Littekens ‘Het sluiten van kerken doet pijn’, zegt pastoor Fred Hogenelst. ‘We hebben daar dierbare herinneringen: vieringen, huwelijken, afscheid van geliefden. Daar willen we met respect afscheid van nemen. Daarom nemen we er een aantal jaren de tijd voor. We zijn dankbaar voor de betrokkenheid en het begrip dat we vanuit de locaties ondervinden.’
Het bisdom heeft ingestemd met de hoofdlijn van de plannen en ziet er op toe dat het proces van kerksluiting volgens de regels verloopt.
Verwimp: ‘Uit de media weten dat zo’n proces van kerksluiting elders nogal eens uit de rails is gelopen, met alle pijn en littekens van dien. Daarom steken we er veel energie in om dat goed te begeleiden.’
Nieuwe plannen In vijf dorpen hebben kerkleden - al dan niet samen met dorpelingen - het voortouw genomen om na te denken over de toekomst van het kerkgebouw. ‘Vrijwilligers die jaren achtereen talloze uren in onderhoud hebben gestoken, moeten nu opeens gaan nadenken over het afstoten van het gebouw. Dat zijn persoonlijke drama’s.’
De situatie verschilt per locatie. In de ene gemeente verkennen ze of het kerkgebouw kan worden geïntegreerd in een woningbouwproject, in een ander dorp wordt een ombouw tot multifunctionele ruimte onderzocht.
De kwaliteit van de gebouwen loopt nogal uiteen. Bij de kerk van Wijk bij Duurstede vreest men dat bij een flinke storm de leien weleens van het dak kunnen waaien. In Schalkwijk daarentegen staat de ‘kathedraal van ‘t Sticht’, die recent nog voor miljoenen is gerestaureerd, er nog prima bij.
Molensteen Verwimp: ‘Een schitterend gebouw, maar ook een rijksmonument. Je mag er nog geen spijker in de muur slaan. Dat maakt de bewegingsvrijheid voor herbestemming beperkt. Stel je eens voor dat alle pogingen daar mislukken, dan houden we als parochie wel de onderhoudsverplichting. Dat kan een molensteen om onze nek worden.’
Gezien de ontwikkelingen geldt voor de sluitende kerken vanaf nu dat alleen nog de hoogstnoodzakelijke reparaties mogen worden uitgevoerd, om de panden ‘wind- en waterdicht’ te houden.
Charles Verwimp, vice-voorzitter van het parochiebestuur: ‘We zijn een kerk van vieren; maar nu even niet.’ - beeld: Parochie JP23
Als er kerkgebouwen worden verkocht, dan zal de parochie negen procent van de opbrengst afdragen aan het bisdom. De rest komt ten goede aan de parochie, die zich steeds meer zal concentreren op het centrum in Houten. Dat gebouw wordt, met het oog op de plannen, momenteel verbouwd en uitgebreid.
Kwalitatief hoogwaardig ‘Ons doel is helder’, zegt pastoor Hogenelst: ‘Samen met onze parochianen het geloof in de Kromme Rijnstreek levend houden. We willen de eucharistievieringen toegankelijk en kwalitatief hoogwaardig houden en gespreks- en gebedsgroepen ondersteunen. Niet alleen per locatie, maar ook samen, zoals we nu al doen.’
Ondanks de storm die over zijn parochie raast, blijft hij goede moed houden: ‘We vormen één parochie. Als we samen optrekken, luisteren naar elkaars zorgen én ideeën, en ons laten leiden door Gods Geest, dan kunnen we bouwen aan een toekomst waarin het geloof blijft leven. In ons, tussen ons, en in de wereld om ons heen.’